Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen

 

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
betrokken dochteronderneming of vestiging: een dochteronderneming of vestiging van een deelnemende vennootschap, die volgens het voorstel tot oprichting van een SE bij die oprichting een dochteronderneming of vestiging van de SE wordt;
bijzondere onderhandelingsgroep: de overeenkomstig artikel 1:8, eerste lid, ingestelde groep die tot doel heeft met de deelnemende vennootschappen te onderhandelen over de vaststelling van regelingen met betrekking tot de rol van de werknemers in de SE;
deelnemende vennootschappen: de vennootschappen die rechtstreeks deelnemen aan de oprichting van een SE;
dochteronderneming van een vennootschap: een onderneming waarop door de moederonderneming een overheersende invloed kan worden uitgeoefend zoals omschreven in artikel 1:2;
informatie: inlichtingen die door de SE worden verstrekt aan de SE-ondernemingsraad of aan de werknemersvertegenwoordigers, over aangelegenheden die
1
betrekking hebben op de SE of op een of meer van haar dochterondernemingen of vestigingen in een lidstaat, of
2
de bevoegdheid van de besluitvormingsorganen in één lidstaat te buiten gaan;
inschrijving van de SE: de inschrijving van de SE, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening;
lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
medezeggenschap: de invloed van de ondernemingsraad of van de werknemersvertegenwoordigers op de gang van zaken bij een vennootschap door
1
het recht om een aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de vennootschap te kiezen of te benoemen, of
met dien verstande, dat indien het bestuursorgaan overeenkomstig een onderlinge taakverdeling leden heeft die belast zijn met het uitvoerend bestuur en leden die daarmee niet zijn belast, onder medezeggenschap wordt verstaan het recht ten aanzien van de leden die niet zijn belast met het uitvoerend bestuur;
Nederlandse deelnemende vennootschap: de deelnemende vennootschap met statutaire zetel in Nederland;
raadpleging: dialoog en uitwisseling van standpunten tussen de SE en de SE-ondernemingsraad of de werknemersvertegenwoordigers;
richtlijn: de richtlijn nr. 2001/86/EG van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PbEG L 294);
rol van de werknemers: elke procedure, met inbegrip van informatie, raadpleging en medezeggenschap, die de werknemersvertegenwoordigers in staat stelt invloed uit te oefenen op de binnen de vennootschap te nemen besluiten;
SE: een Europese naamloze vennootschap, opgericht overeenkomstig de verordening;
toezichthoudend orgaan, leidinggevend orgaan of bestuursorgaan van de SE: wat daaronder wordt verstaan in de verordening;
verordening: de verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294).
2
Handelen of nalaten door het bestuur van de SE of van de deelnemende vennootschappen, wordt toegerekend aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die de onderneming in stand houdt.
Definitie moederonderneming

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
a
voor zover het in Nederland werkzame personen betreft: degene die krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is in de SE, de deelnemende vennootschap of een betrokken dochteronderneming of vestiging;
b
voor zover het in de overige lidstaten werkzame personen betreft: hetgeen het recht van die lidstaat daaronder verstaat.
c
de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de andere onderneming verschaft.
2
Bij de benoeming van leden van het toezichthoudend orgaan of het bestuursorgaan van de SE heeft de ondernemingsraad niet de rechten en bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 158, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 159, tweede lid, artikel 161, tweede lid, artikel 268, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 269, tweede lid en artikel 271, tweede lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
a
krachtens artikel 1:4, vierde en vijfde lid, 1:12, tweede lid, of 1:26, derde lid, opgelegde geheimhouding op te heffen op de grond dat degene die de geheimhouding heeft opgelegd bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding had kunnen besluiten;
b
degene die informatie heeft geweigerd krachtens artikel 1:12, tweede lid, of 1:26, derde lid, te verplichten tot het verstrekken van informatie op de grond dat deze bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het weigeren van informatie had kunnen besluiten.
3
Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het bij of krachtens de wet bepaalde over het recht op:
4
Zij zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en bedrijfsgeheimen die zij in hun hoedanigheid vernemen, alsmede van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan hun geheimhouding is opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Deze verplichting geldt ook voor personen die een functie als bedoeld in het eerste lid vervullen zonder werknemer te zijn.
5
De verplichting tot geheimhouding geldt niet tegenover hem die wordt benaderd als deskundige als bedoeld in de artikelen 1:16, tweede lid, en 1:30, eerste lid, mits de deelnemende vennootschappen dan wel de SE of degene die de geheimhouding heeft opgelegd, vooraf daarvoor toestemming hebben gegeven en de betrokken persoon vooraf schriftelijk heeft verklaard dat hij zich ten aanzien van de betrokken aangelegenheid tot geheimhouding verplicht. In dat geval is ten aanzien van de bedoelde persoon de geheimhoudingsplicht van toepassing.
6
De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van de in het eerste lid bedoelde functie, noch door beëindiging van de werkzaamheden van de betrokkene in de onderneming.
7
De werkgever draagt er zorg voor, dat degenen die kandidaat staan of gestaan hebben voor een functie als bedoeld in het eerste lid, alsmede degenen die deze functie vervullen of hebben vervuld, niet uit hoofde hiervan worden benadeeld in hun positie in de onderneming.
a
wordt de vennootschap die voldoet aan het criterium onder a aangemerkt als moederonderneming, waarbij het benoemingsrecht met betrekking tot het leidinggevend orgaan voorrang heeft;
b
heeft, indien toepassing van onderdeel a niet leidt tot aanmerking van één vennootschap als moederonderneming, het criterium onder b voorrang boven dat onder c; een en ander onverminderd het bewijs dat een andere vennootschap een overheersende invloed kan uitoefenen.
Definitie werknemer, vertegenwoordigers van werknemers, SE-ondernemingsraad

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
a
voor zover het in Nederland werkzame personen betreft: degene die krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is in de SE, de deelnemende vennootschap of een betrokken dochteronderneming of vestiging;
b
voor zover het in de overige lidstaten werkzame personen betreft: hetgeen het recht van die lidstaat daaronder verstaat.
2
Bij de benoeming van leden van het toezichthoudend orgaan of het bestuursorgaan van de SE heeft de ondernemingsraad niet de rechten en bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 158, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 159, tweede lid, artikel 161, tweede lid, artikel 268, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 269, tweede lid en artikel 271, tweede lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3
Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het bij of krachtens de wet bepaalde over het recht op:
4
Zij zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en bedrijfsgeheimen die zij in hun hoedanigheid vernemen, alsmede van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan hun geheimhouding is opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Deze verplichting geldt ook voor personen die een functie als bedoeld in het eerste lid vervullen zonder werknemer te zijn.
Rechten en verplichtingen van Nederlandse werknemersvertegenwoordigers

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
2
Bij de benoeming van leden van het toezichthoudend orgaan of het bestuursorgaan van de SE heeft de ondernemingsraad niet de rechten en bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 158, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 159, tweede lid, artikel 161, tweede lid, artikel 268, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 269, tweede lid en artikel 271, tweede lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3
Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het bij of krachtens de wet bepaalde over het recht op:
4
Zij zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en bedrijfsgeheimen die zij in hun hoedanigheid vernemen, alsmede van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan hun geheimhouding is opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Deze verplichting geldt ook voor personen die een functie als bedoeld in het eerste lid vervullen zonder werknemer te zijn.
5
De verplichting tot geheimhouding geldt niet tegenover hem die wordt benaderd als deskundige als bedoeld in de artikelen 1:16, tweede lid, en 1:30, eerste lid, mits de deelnemende vennootschappen dan wel de SE of degene die de geheimhouding heeft opgelegd, vooraf daarvoor toestemming hebben gegeven en de betrokken persoon vooraf schriftelijk heeft verklaard dat hij zich ten aanzien van de betrokken aangelegenheid tot geheimhouding verplicht. In dat geval is ten aanzien van de bedoelde persoon de geheimhoudingsplicht van toepassing.
6
De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van de in het eerste lid bedoelde functie, noch door beëindiging van de werkzaamheden van de betrokkene in de onderneming.
7
De werkgever draagt er zorg voor, dat degenen die kandidaat staan of gestaan hebben voor een functie als bedoeld in het eerste lid, alsmede degenen die deze functie vervullen of hebben vervuld, niet uit hoofde hiervan worden benadeeld in hun positie in de onderneming.
8
Iedere in Nederland werkzame werknemer of werknemersvertegenwoordiger kan van de werkgever verlangen dat deze hem een overzicht geeft van het aantal werknemers dat bij de SE, de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen of vestigingen werkzaam is, alsmede van de verdeling van deze werknemers over de lidstaten.
9
De werkgever van een in Nederland werkzame werknemer die is aangewezen of gekozen als lid van een bijzondere onderhandelingsgroep of van de SE-ondernemingsraad doet daarvan mededeling aan de deelnemende vennootschappen of de SE.
Beroep op de rechter

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
2
Bij de benoeming van leden van het toezichthoudend orgaan of het bestuursorgaan van de SE heeft de ondernemingsraad niet de rechten en bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 158, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 159, tweede lid, artikel 161, tweede lid, artikel 268, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 269, tweede lid en artikel 271, tweede lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
a
krachtens artikel 1:4, vierde en vijfde lid, 1:12, tweede lid, of 1:26, derde lid, opgelegde geheimhouding op te heffen op de grond dat degene die de geheimhouding heeft opgelegd bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding had kunnen besluiten;
b
degene die informatie heeft geweigerd krachtens artikel 1:12, tweede lid, of 1:26, derde lid, te verplichten tot het verstrekken van informatie op de grond dat deze bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het weigeren van informatie had kunnen besluiten.
Verhouding tot andere wetten

Artikel 1 6
1
Wanneer een SE een communautaire onderneming is of een moederonderneming in een communautaire groep in de zin van de Wet op de Europese ondernemingsraden, is die wet niet van toepassing op die onderneming en haar dochterondernemingen, tenzij de bijzondere onderhandelingsgroep het besluit, bedoeld in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, heeft genomen.
2
Bij de benoeming van leden van het toezichthoudend orgaan of het bestuursorgaan van de SE heeft de ondernemingsraad niet de rechten en bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 158, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 159, tweede lid, artikel 161, tweede lid, artikel 268, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en twaalfde lid, artikel 269, tweede lid en artikel 271, tweede lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3
Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het bij of krachtens de wet bepaalde over het recht op:
a
informatie, raadpleging en medezeggenschap dat de werknemers van de SE en van haar dochterondernemingen en vestigingen genieten, anders dan medezeggenschap bij de benoeming van commissarissen of bestuurders in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE;
b
medezeggenschap bij de benoeming van commissarissen of bestuurders in dochterondernemingen van de SE.
Afdeling 2. De rol van de werknemers in de SE krachtens overeenkomst
1
. Algemene bepalingen
Toepasselijkheid

Artikel 1 7
Indien de SE haar statutaire zetel in Nederland zal hebben is Nederlands recht van toepassing op de in deze afdeling geregelde onderhandelingsprocedure.
2
De bijzondere onderhandelingsgroep
Instelling en doel

Artikel 1 10
1
Elk lid van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van of de praktijk in de lidstaat waaruit hij wordt afgevaardigd. Bij de aanwijzing wordt bepaald welk deel van de in die lidstaat werkzame werknemers van de deelnemende vennootschappen en de betrokken dochterondernemingen en vestigingen door het aangewezen lid wordt vertegenwoordigd.
2
Met betrekking tot de Nederlandse deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep aangewezen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, door de bij die deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen ingestelde ondernemingsraden.
3
Indien uitsluitend met betrekking tot ondernemingsraden als bedoeld in het tweede lid een of meer centrale ondernemingsraden zijn ingesteld, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
4
Indien geen centrale ondernemingsraad is ingesteld, maar wel een of meer groepsondernemingsraden, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
5
Indien niet alle ondernemingsraden of groepsondernemingsraden zijn vertegenwoordigd in een centrale ondernemingsraad of groepsondernemingsraad, geschiedt de aanwijzing of intrekking door de centrale onderscheidenlijk groepsondernemingsraad of raden en de niet-vertegenwoordigde ondernemingsraden gezamenlijk.
a
het aantal leden van de bijzondere onderhandelingsgroep en de lidstaat waaruit zij zijn afgevaardigd;
b
de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen of vestigingen welker werknemers door elk lid worden vertegenwoordigd, alsmede het aantal van die werknemers, dat tevens wordt uitgedrukt als percentage van alle werknemers die door de leden gezamenlijk worden vertegenwoordigd;
c
de deelnemende vennootschap, betrokken dochteronderneming of vestiging waarin een lid als werknemer werkzaam is, dan wel over de omstandigheid dat het lid geen werknemer is.
Samenstelling

Artikel 1 10
1
Elk lid van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van of de praktijk in de lidstaat waaruit hij wordt afgevaardigd. Bij de aanwijzing wordt bepaald welk deel van de in die lidstaat werkzame werknemers van de deelnemende vennootschappen en de betrokken dochterondernemingen en vestigingen door het aangewezen lid wordt vertegenwoordigd.
2
Met betrekking tot de Nederlandse deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep aangewezen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, door de bij die deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen ingestelde ondernemingsraden.
3
Indien uitsluitend met betrekking tot ondernemingsraden als bedoeld in het tweede lid een of meer centrale ondernemingsraden zijn ingesteld, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
4
Indien geen centrale ondernemingsraad is ingesteld, maar wel een of meer groepsondernemingsraden, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
5
Indien niet alle ondernemingsraden of groepsondernemingsraden zijn vertegenwoordigd in een centrale ondernemingsraad of groepsondernemingsraad, geschiedt de aanwijzing of intrekking door de centrale onderscheidenlijk groepsondernemingsraad of raden en de niet-vertegenwoordigde ondernemingsraden gezamenlijk.
6
Indien er geen enkele ondernemingsraad is ingesteld, worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep gekozen door de gezamenlijke in Nederland werkzame werknemers van de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen. De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming, waarbij elke werknemer één stem heeft. Ten behoeve van de verkiezing is een vereniging van werknemers, die bedoelde werknemers onder haar leden telt, krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van haar leden als werknemers te behartigen en als zodanig binnen de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen werkzaam is en voorts in het bezit is van volledige rechtsbevoegdheid, bevoegd een kandidatenlijst in te dienen, mits zij over de samenstelling van de kandidatenlijst overleg heeft gepleegd met haar leden binnen de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen. De bevoegdheid tot indiening van een kandidatenlijst berust tevens bij een of meer van de werknemers van de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen, die geen lid zijn van een vereniging als bedoeld in de voorgaande zin welke een kandidatenlijst heeft ingediend.
7
Bij de toepassing van het tweede tot en met vijfde lid worden werknemers van Nederlandse deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen die niet in een ondernemingsraad, groepsondernemingsraad of centrale ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn in de gelegenheid gesteld zich over de als lid van de bijzondere onderhandelingsgroep aan te wijzen personen uit te spreken.
8
Indien uit het bepaalde in de eerste zin van het zevende lid voortvloeit dat vanuit een lidstaat niet langer een lid van de bijzondere onderhandelingsgroep kan worden afgevaardigd, dan wel daaruit voortvloeit dat vanuit een nog niet vertegenwoordigde lidstaat alsnog een lid kan worden afgevaardigd, neemt de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluiten totdat haar samenstelling en het overzicht, bedoeld in artikel 1:8, vijfde lid, zijn gewijzigd.
Verkiezing of aanwijzing van de leden

Artikel 1 10
1
Elk lid van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van of de praktijk in de lidstaat waaruit hij wordt afgevaardigd. Bij de aanwijzing wordt bepaald welk deel van de in die lidstaat werkzame werknemers van de deelnemende vennootschappen en de betrokken dochterondernemingen en vestigingen door het aangewezen lid wordt vertegenwoordigd.
2
Met betrekking tot de Nederlandse deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep aangewezen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, door de bij die deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen ingestelde ondernemingsraden.
3
Indien uitsluitend met betrekking tot ondernemingsraden als bedoeld in het tweede lid een of meer centrale ondernemingsraden zijn ingesteld, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
4
Indien geen centrale ondernemingsraad is ingesteld, maar wel een of meer groepsondernemingsraden, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
5
Indien niet alle ondernemingsraden of groepsondernemingsraden zijn vertegenwoordigd in een centrale ondernemingsraad of groepsondernemingsraad, geschiedt de aanwijzing of intrekking door de centrale onderscheidenlijk groepsondernemingsraad of raden en de niet-vertegenwoordigde ondernemingsraden gezamenlijk.
6
Indien er geen enkele ondernemingsraad is ingesteld, worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep gekozen door de gezamenlijke in Nederland werkzame werknemers van de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen. De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming, waarbij elke werknemer één stem heeft. Ten behoeve van de verkiezing is een vereniging van werknemers, die bedoelde werknemers onder haar leden telt, krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van haar leden als werknemers te behartigen en als zodanig binnen de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen werkzaam is en voorts in het bezit is van volledige rechtsbevoegdheid, bevoegd een kandidatenlijst in te dienen, mits zij over de samenstelling van de kandidatenlijst overleg heeft gepleegd met haar leden binnen de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen. De bevoegdheid tot indiening van een kandidatenlijst berust tevens bij een of meer van de werknemers van de deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen, die geen lid zijn van een vereniging als bedoeld in de voorgaande zin welke een kandidatenlijst heeft ingediend.
7
Bij de toepassing van het tweede tot en met vijfde lid worden werknemers van Nederlandse deelnemende vennootschappen, betrokken dochterondernemingen en vestigingen die niet in een ondernemingsraad, groepsondernemingsraad of centrale ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn in de gelegenheid gesteld zich over de als lid van de bijzondere onderhandelingsgroep aan te wijzen personen uit te spreken.
3
Onderhandelingen en het sluiten van een overeenkomst
Overeenkomst

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
Informatieverstrekking

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
Besluiten

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
a
daarom verzocht wordt door ten minste 100 zodanige werknemers van de SE en haar dochterondernemingen, of hun vertegenwoordigers, en
b
het aantal van die werknemers meer bedraagt dan 20% van het totale aantal werknemers van de SE en haar dochterondernemingen in alle lidstaten tezamen.
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
Besluitvorming

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
3
De artikelen 1:8, tweede, vierde en vijfde lid, 1:9, eerste, zevende en achtste lid, 1:10, 1:11, 1:12, eerste lid, eerste zin, 1:13, 1:14, eerste, tweede en vijfde lid, 1:16 en 1:18 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer overeenkomstig het eerste lid over een overeenkomst wordt onderhandeld, met dien verstande dat verplichtingen die krachtens die artikelen rusten op de deelnemende vennootschappen, betrekking hebben op de SE.
a
de inhoud van de medezeggenschapsregeling;
b
het aantal van de leden in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE die de werknemers gerechtigd zijn te kiezen of te benoemen, of met betrekking tot wier benoeming zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken;
4
Indien de SE is opgericht door omzetting voorziet de overeenkomst ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de in een SE om te zetten vennootschap het geval is.
5
De SE staat in voor de naleving van rechten en verplichtingen, opgenomen in de overeenkomst.
6
De referentievoorschriften in afdeling 3 van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de overeenkomst, tenzij de overeenkomst anders bepaalt.
Heropening onderhandelingen

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
3
De artikelen 1:8, tweede, vierde en vijfde lid, 1:9, eerste, zevende en achtste lid, 1:10, 1:11, 1:12, eerste lid, eerste zin, 1:13, 1:14, eerste, tweede en vijfde lid, 1:16 en 1:18 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer overeenkomstig het eerste lid over een overeenkomst wordt onderhandeld, met dien verstande dat verplichtingen die krachtens die artikelen rusten op de deelnemende vennootschappen, betrekking hebben op de SE.
4
Indien de SE is opgericht door omzetting voorziet de overeenkomst ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de in een SE om te zetten vennootschap het geval is.
Bijstand door deskundigen en kosten

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
3
De artikelen 1:8, tweede, vierde en vijfde lid, 1:9, eerste, zevende en achtste lid, 1:10, 1:11, 1:12, eerste lid, eerste zin, 1:13, 1:14, eerste, tweede en vijfde lid, 1:16 en 1:18 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer overeenkomstig het eerste lid over een overeenkomst wordt onderhandeld, met dien verstande dat verplichtingen die krachtens die artikelen rusten op de deelnemende vennootschappen, betrekking hebben op de SE.
Start en duur onderhandelingen

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
Inhoud overeenkomst

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
a
daarom verzocht wordt door ten minste 100 zodanige werknemers van de SE en haar dochterondernemingen, of hun vertegenwoordigers, en
b
het aantal van die werknemers meer bedraagt dan 20% van het totale aantal werknemers van de SE en haar dochterondernemingen in alle lidstaten tezamen.
c
de omvang en samenstelling van en de zetelverdeling in de SE-ondernemingsraad, alsmede de zittingsduur van de leden;
d
het werkterrein en de bevoegdheden van de SE-ondernemingsraad;
e
de wijze van informatie en raadpleging van de SE-ondernemingsraad;
f
de frequentie en plaats van de vergaderingen van de SE-ondernemingsraad;
g
de financiële en materiële middelen waarover de SE-ondernemingsraad kan beschikken;
h
de datum van inwerkingtreding en de looptijd van de overeenkomst;
i
de gevallen waarin opnieuw over de overeenkomst moet worden onderhandeld;
j
de procedure voor onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst, de wijze waarop de overeenkomst wordt aangepast aan wijzigingen in de structuur en grootte van de SE en in de aantallen werknemers die in de lidstaten werkzaam zijn;
k
de gevolgen van het niet afsluiten van een nieuwe overeenkomst.
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
3
De artikelen 1:8, tweede, vierde en vijfde lid, 1:9, eerste, zevende en achtste lid, 1:10, 1:11, 1:12, eerste lid, eerste zin, 1:13, 1:14, eerste, tweede en vijfde lid, 1:16 en 1:18 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer overeenkomstig het eerste lid over een overeenkomst wordt onderhandeld, met dien verstande dat verplichtingen die krachtens die artikelen rusten op de deelnemende vennootschappen, betrekking hebben op de SE.
a
de inhoud van de medezeggenschapsregeling;
b
het aantal van de leden in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE die de werknemers gerechtigd zijn te kiezen of te benoemen, of met betrekking tot wier benoeming zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken;
c
de procedures voor het kiezen of benoemen van de in onderdeel b bedoelde leden door of het met betrekking tot hun benoeming doen van aanbevelingen of maken van bezwaar;
d
de rechten van de in onderdeel b bedoelde leden.
4
Indien de SE is opgericht door omzetting voorziet de overeenkomst ten minste in dezelfde mate in elk aspect van de rol van de werknemers als bij de in een SE om te zetten vennootschap het geval is.
5
De SE staat in voor de naleving van rechten en verplichtingen, opgenomen in de overeenkomst.
6
De referentievoorschriften in afdeling 3 van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de overeenkomst, tenzij de overeenkomst anders bepaalt.
7
De toepasselijkheid van artikel 1:19 kan in de overeenkomst geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten.
Onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst

Artikel 1 19
1
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdelen i en j, of de daarin opgenomen regels niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de SE zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de SE-ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is de SE verplicht om met de SE-ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep, te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst indien:
a
daarom verzocht wordt door ten minste 100 zodanige werknemers van de SE en haar dochterondernemingen, of hun vertegenwoordigers, en
b
het aantal van die werknemers meer bedraagt dan 20% van het totale aantal werknemers van de SE en haar dochterondernemingen in alle lidstaten tezamen.
2
Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in artikel 1:18, eerste lid, onderdeel k en niet binnen een jaar na het tijdstip waarop de eerste vergadering met de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden, een nieuwe overeenkomst is gesloten, is afdeling 3 van dit hoofdstuk van toepassing tenzij de SE-ondernemingsraad of de bijzondere onderhandelingsgroep de voorkeur geeft aan voortgezette toepassing van de overeenkomst.
3
De artikelen 1:8, tweede, vierde en vijfde lid, 1:9, eerste, zevende en achtste lid, 1:10, 1:11, 1:12, eerste lid, eerste zin, 1:13, 1:14, eerste, tweede en vijfde lid, 1:16 en 1:18 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer overeenkomstig het eerste lid over een overeenkomst wordt onderhandeld, met dien verstande dat verplichtingen die krachtens die artikelen rusten op de deelnemende vennootschappen, betrekking hebben op de SE.
Afdeling 3. De rol van de werknemers in de SE krachtens referentievoorschriften
1
. Algemene bepalingen
Toepasselijkheid referentievoorschriften

Artikel 1 21
Deze afdeling is van toepassing vanaf de datum van inschrijving van de SE in Nederland indien:
a
de deelnemende vennootschappen en de bijzondere onderhandelingsgroep dat overeenkomen, dan wel
b
er binnen de in artikel 1:17 gestelde termijn geen overeenkomst is gesloten en
1
elk van de deelnemende vennootschappen besluit ermee in te stemmen dat afdeling 3 van dit hoofdstuk met betrekking tot de SE wordt toegepast teneinde de SE te kunnen inschrijven en
2
de bijzondere onderhandelingsgroep niet het in artikel 1:13, eerste lid, onderdeel b, bedoelde besluit heeft genomen.
Toepasselijkheid referentievoorschriften voor medezeggenschap bij omzetting, fusie, bij oprichting van een moederonderneming of een dochteronderneming

Artikel 1 21
1
Onverminderd artikel 1:20 is in het geval van oprichting van een SE door omzetting paragraaf 4 van deze afdeling slechts van toepassing indien op de in een SE omgezette vennootschap wettelijke regels of praktijken van toepassing waren betreffende de medezeggenschap van de werknemers in het toezichthoudend of het bestuursorgaan.
2
Onverminderd artikel 1:20 is in het geval van oprichting van een SE door fusie paragraaf 4 van deze afdeling slechts van toepassing, indien voor de inschrijving van de SE in een of meer van de deelnemende vennootschappen een of meer vormen van medezeggenschap van toepassing waren die
a
ten minste 25% van het totale aantal werknemers van die vennootschappen bestreken, of
b
minder dan 25% van het totale aantal werknemers van die vennootschappen bestreken en de bijzondere onderhandelingsgroep daartoe besluit.
3
In het geval van oprichting van een SE door oprichting van een moederonderneming of een dochteronderneming is het tweede lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het in de onderdelen a en b genoemde percentage in dat geval 50 bedraagt.
4
Indien in de deelnemende vennootschappen meer dan een vorm van medezeggenschap bestond, besluit de bijzondere onderhandelingsgroep welke van die vormen in de SE wordt ingevoerd. Een besluit tot invoering van een vorm van medezeggenschap waaruit zou voortvloeien dat het recht op medezeggenschap van de werknemers wordt ingeperkt behoeft een meerderheid van tweederde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende tweederde van de werknemers en afkomstig uit ten minste twee lidstaten. Van een inperking van het recht op medezeggenschap van de werknemers als bedoeld in de vorige zin is sprake, wanneer het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE dat door de werknemers of hun vertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken, lager zou zijn dan het hoogste van het aantal leden ten aanzien waarvan dat recht vóór de inschrijving van de SE kon worden uitgeoefend in een van de deelnemende vennootschappen. Het besluit bevat een beschrijving van de inhoud die het recht van verkiezing of benoeming dan wel het recht van aanbeveling of bezwaar heeft in de deelnemende vennootschap van welke het medezeggenschapsregime in de SE wordt ingevoerd en van de procedure die ten aanzien van die vennootschap geldt voor de uitoefening van dat recht. De bijzondere onderhandelingsgroep deelt het besluit mede aan de deelnemende vennootschappen.
5
Onverminderd artikel 38 van de verordening wordt bij gebreke van een besluit als bedoeld in het vierde lid, in een in Nederland ingeschreven SE als vorm van medezeggenschap ingevoerd het recht van aanbeveling overeenkomstig de artikelen 158, 159 en 161 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien die artikelen of de artikelen 268, 269 en 271 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, op een of meer van de deelnemende juridische lichamen van toepassing zijn. In andere gevallen wordt bij gebreke van een besluit als bedoeld in het vierde lid in een in Nederland ingeschreven SE als vorm van medezeggenschap ingevoerd het recht van verkiezing of benoeming dan wel het recht van aanbeveling of bezwaar dat vóór de inschrijving van de SE kon worden uitgeoefend in de deelnemende vennootschap met het hoogste van het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan dat door de werknemers of hun vertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken.
6
Indien met toepassing van de laatste zin van het vijfde lid is vastgesteld welke vorm van medezeggenschap wordt ingevoerd, is het recht van verkiezing of benoeming dan wel het recht van aanbeveling of bezwaar alsmede de procedure voor de uitoefening van dat recht in overeenstemming met de inhoud van en de procedure voor de uitoefening van het betreffende recht ten aanzien van de deelnemende vennootschap van welke het medezeggenschapsregime in de SE wordt ingevoerd.
2
Referentievoorschriften voor de instelling en samenstelling van de SE-ondernemingsraad
Instelling

Artikel 1 25
1
Uiterlijk vier jaren na zijn instelling besluit de SE-ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van de SE, of het wenselijk is met de SE in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1:11, eerste lid.
2
De artikelen 1:14, eerste en tweede lid, 1:16, 1:17, 1:18 en 1:19, zijn van overeenkomstige toepassing wanneer is besloten om over een overeenkomst te onderhandelen, met dien verstande dat de SE-ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.
3
Een besluit van de SE-ondernemingsraad tot goedkeuring van een overeenkomst waarin afdeling 3 van dit hoofdstuk niet langer van toepassing wordt verklaard, of waarin het recht op medezeggenschap van de werknemers wordt ingeperkt behoeft een meerderheid van tweederde van zijn aantal leden, tevens vertegenwoordigende tweederde van de werknemers en afkomstig uit ten minste twee lidstaten. Van een inperking van het recht op medezeggenschap als bedoeld in de eerste zin is sprake, wanneer het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE dat door werknemersvertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken, op grond van de overeenkomst lager is dan het aantal leden ten aanzien waarvan de werknemersvertegenwoordigers dat recht in de SE reeds kunnen uitoefenen.
4
Voor de toepassing van dit artikel begint de termijn bedoeld in artikel 1:17 op het tijdstip waarop krachtens het eerste lid is besloten met de SE in onderhandeling te treden. Wanneer bij het verstrijken van deze termijn geen overeenkomst is gesloten blijft deze afdeling van toepassing.
Samenstelling en besluitvorming

Artikel 1 25
1
Uiterlijk vier jaren na zijn instelling besluit de SE-ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van de SE, of het wenselijk is met de SE in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1:11, eerste lid.
2
De artikelen 1:14, eerste en tweede lid, 1:16, 1:17, 1:18 en 1:19, zijn van overeenkomstige toepassing wanneer is besloten om over een overeenkomst te onderhandelen, met dien verstande dat de SE-ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.
3
Een besluit van de SE-ondernemingsraad tot goedkeuring van een overeenkomst waarin afdeling 3 van dit hoofdstuk niet langer van toepassing wordt verklaard, of waarin het recht op medezeggenschap van de werknemers wordt ingeperkt behoeft een meerderheid van tweederde van zijn aantal leden, tevens vertegenwoordigende tweederde van de werknemers en afkomstig uit ten minste twee lidstaten. Van een inperking van het recht op medezeggenschap als bedoeld in de eerste zin is sprake, wanneer het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE dat door werknemersvertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken, op grond van de overeenkomst lager is dan het aantal leden ten aanzien waarvan de werknemersvertegenwoordigers dat recht in de SE reeds kunnen uitoefenen.
4
Voor de toepassing van dit artikel begint de termijn bedoeld in artikel 1:17 op het tijdstip waarop krachtens het eerste lid is besloten met de SE in onderhandeling te treden. Wanneer bij het verstrijken van deze termijn geen overeenkomst is gesloten blijft deze afdeling van toepassing.
Regeling van werkzaamheden

Artikel 1 25
1
Uiterlijk vier jaren na zijn instelling besluit de SE-ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van de SE, of het wenselijk is met de SE in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1:11, eerste lid.
2
De artikelen 1:14, eerste en tweede lid, 1:16, 1:17, 1:18 en 1:19, zijn van overeenkomstige toepassing wanneer is besloten om over een overeenkomst te onderhandelen, met dien verstande dat de SE-ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.
3
Een besluit van de SE-ondernemingsraad tot goedkeuring van een overeenkomst waarin afdeling 3 van dit hoofdstuk niet langer van toepassing wordt verklaard, of waarin het recht op medezeggenschap van de werknemers wordt ingeperkt behoeft een meerderheid van tweederde van zijn aantal leden, tevens vertegenwoordigende tweederde van de werknemers en afkomstig uit ten minste twee lidstaten. Van een inperking van het recht op medezeggenschap als bedoeld in de eerste zin is sprake, wanneer het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE dat door werknemersvertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken, op grond van de overeenkomst lager is dan het aantal leden ten aanzien waarvan de werknemersvertegenwoordigers dat recht in de SE reeds kunnen uitoefenen.
Evaluatieprocedure en nieuwe onderhandelingen

Artikel 1 25
1
Uiterlijk vier jaren na zijn instelling besluit de SE-ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van de SE, of het wenselijk is met de SE in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1:11, eerste lid.
2
De artikelen 1:14, eerste en tweede lid, 1:16, 1:17, 1:18 en 1:19, zijn van overeenkomstige toepassing wanneer is besloten om over een overeenkomst te onderhandelen, met dien verstande dat de SE-ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.
3
Een besluit van de SE-ondernemingsraad tot goedkeuring van een overeenkomst waarin afdeling 3 van dit hoofdstuk niet langer van toepassing wordt verklaard, of waarin het recht op medezeggenschap van de werknemers wordt ingeperkt behoeft een meerderheid van tweederde van zijn aantal leden, tevens vertegenwoordigende tweederde van de werknemers en afkomstig uit ten minste twee lidstaten. Van een inperking van het recht op medezeggenschap als bedoeld in de eerste zin is sprake, wanneer het aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE dat door werknemersvertegenwoordigers kan worden gekozen of benoemd, dan wel waarvoor zij aanbevelingen kunnen doen of bezwaar kunnen maken, op grond van de overeenkomst lager is dan het aantal leden ten aanzien waarvan de werknemersvertegenwoordigers dat recht in de SE reeds kunnen uitoefenen.
4
Voor de toepassing van dit artikel begint de termijn bedoeld in artikel 1:17 op het tijdstip waarop krachtens het eerste lid is besloten met de SE in onderhandeling te treden. Wanneer bij het verstrijken van deze termijn geen overeenkomst is gesloten blijft deze afdeling van toepassing.
3
Referentievoorschriften voor informatie en raadpleging
Informatie, raadpleging en bevoegdheid van de SE-ondernemingsraad

Artikel 1 30
1
De SE-ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2
De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de SE-ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de SE. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de SE-ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij anders wordt overeengekomen.
3
De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de SE vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
4
De in het tweede en derde lid bedoelde vergadering vindt plaats op een zodanig tijdstip dat die informatie en raadpleging nog zinvol is. Deze vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de SE.
Reguliere vergaderingen en informatieverstrekking

Artikel 1 30
1
De SE-ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2
De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de SE-ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de SE. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de SE-ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij anders wordt overeengekomen.
3
De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de SE vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
Bijzondere omstandigheden

Artikel 1 30
1
De SE-ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2
De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de SE-ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de SE. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de SE-ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij anders wordt overeengekomen.
3
De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de SE vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
4
De in het tweede en derde lid bedoelde vergadering vindt plaats op een zodanig tijdstip dat die informatie en raadpleging nog zinvol is. Deze vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de SE.
5
Voor een vergadering met het beperkt comité worden mede uitgenodigd de leden van de SE-ondernemingsraad die mede gekozen zijn door de werknemers van de vestigingen of ondernemingen die door de maatregelen rechtstreeks worden geraakt.
Functioneren van de SE-ondernemingsraad

Artikel 1 30
1
De SE-ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2
De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de SE-ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de SE. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de SE-ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij anders wordt overeengekomen.
3
De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de SE vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
Bijstand door deskundigen en kosten

Artikel 1 30
1
De SE-ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2
De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de SE-ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de SE. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de SE-ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij anders wordt overeengekomen.
3
De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de SE vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.
4
Referentievoorschriften voor medezeggenschap
Aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE waarvoor medezeggenschap geldt

Artikel 1 33
1
De SE-ondernemingsraad verdeelt de zetels in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE waarop een medezeggenschapsprocedure van toepassing is, zodanig dat de werknemers worden vertegenwoordigd naar verhouding van het aantal werknemers van de SE en van haar dochterondernemingen en vestigingen dat in elke lidstaat werkzaam is.
2
Indien toepassing van het eerste lid ertoe zou leiden dat na toewijzing van de eerste zetel aan de werknemers van de lidstaat met het grootste aantal werknemers, de Nederlandse werknemers of die van een of meer andere lidstaten niet vertegenwoordigd worden, wijst de SE-ondernemingsraad de tweede zetel toe aan de werknemers van de SE die in Nederland werkzaam zijn. Een derde en volgende zetel wordt toegewezen aan de werknemers uit een van de andere nog niet vertegenwoordigde lidstaten.
3
Het recht om te bepalen welke persoon wordt verkozen of benoemd tot lid van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE, dan wel ten aanzien van welke personen ten behoeve van de benoeming of verkiezing aanbevelingen worden gedaan of bezwaar wordt gemaakt, wordt uitgeoefend door of namens de werknemers in de lidstaat aan welke dat recht is toegewezen en geschiedt volgens de in die lidstaat geldende regels of praktijken.
Medezeggenschap in verhouding tot aantal werknemers in lidstaten

Artikel 1 33
1
De SE-ondernemingsraad verdeelt de zetels in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE waarop een medezeggenschapsprocedure van toepassing is, zodanig dat de werknemers worden vertegenwoordigd naar verhouding van het aantal werknemers van de SE en van haar dochterondernemingen en vestigingen dat in elke lidstaat werkzaam is.
2
Indien toepassing van het eerste lid ertoe zou leiden dat na toewijzing van de eerste zetel aan de werknemers van de lidstaat met het grootste aantal werknemers, de Nederlandse werknemers of die van een of meer andere lidstaten niet vertegenwoordigd worden, wijst de SE-ondernemingsraad de tweede zetel toe aan de werknemers van de SE die in Nederland werkzaam zijn. Een derde en volgende zetel wordt toegewezen aan de werknemers uit een van de andere nog niet vertegenwoordigde lidstaten.
3
Het recht om te bepalen welke persoon wordt verkozen of benoemd tot lid van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE, dan wel ten aanzien van welke personen ten behoeve van de benoeming of verkiezing aanbevelingen worden gedaan of bezwaar wordt gemaakt, wordt uitgeoefend door of namens de werknemers in de lidstaat aan welke dat recht is toegewezen en geschiedt volgens de in die lidstaat geldende regels of praktijken.
4
Ten behoeve van de uitoefening van de in het derde lid bedoelde rechten wordt voorafgaand aan de vervulling van een vacature in het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE aan de werknemers tijdig alle noodzakelijke informatie verstrekt met betrekking tot die vacature. Aan de werknemers wordt een redelijke termijn gegund voor de uitoefening van hun rechten.
5
Op de uitoefening van het ingevolge het derde lid aan de in Nederland werkzame werknemers toegewezen recht is artikel 1:10, tweede tot en met zevende lid, van overeenkomstige toepassing.
Rechten en plichten van leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan

Artikel 1 33
Elk lid van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE ten aanzien van wie door de SE-ondernemingsraad het recht op medezeggenschap is uitgeoefend, is van rechtswege lid met dezelfde rechten en plichten als de leden die de aandeelhouders vertegenwoordigen, met inbegrip van het stemrecht.
Afdeling 4. Verkiezing en aanwijzing van werknemers in een niet-Nederlandse SE
Verkiezing en aanwijzing van werknemers in een niet-Nederlandse SE

Artikel 1 34
1
Indien ter uitvoering van de richtlijn in een andere lidstaat dan Nederland een bijzondere onderhandelingsgroep dan wel een SE-ondernemingsraad of een andere informatie- en raadplegingsprocedure wordt ingesteld, zijn op de verkiezing of aanwijzing van de Nederlandse leden de artikelen 1:10, tweede tot en met het zevende lid, en 1:22, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
2
Indien ter uitvoering van de richtlijn in een andere lidstaat dan Nederland door Nederlandse werknemers het recht bedoeld in artikel 1:32, derde lid, kan worden uitgeoefend, is op de uitoefening van dat recht artikel 1:10, tweede tot en met zevende lid, van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •